Oergewas? 'Het is ook een keuze voor autonomie'

Innovatieve landbouw

Ons voedselsysteem is gebouwd op uitputting van de natuur, winstbejag en moderne slavernij. Dat kan zoveel beter, zegt akkerbouwer en agrarisch innovator Ivar van Dorst (24) uit Etten-Leur, die samenwerkt met Belgische en Nederlandse onderzoeksinstellingen. Hij ziet de stikstofcrisis als een kans.

‘Kijk, deze oer-haver heeft trosjes, geen halmen. Dat geeft minder opbrengst’, zegt Van Dorst, oprichter van duurzaam voedselleverancier Ekoto en akkerbouwer ten zuiden van Etten-Leur. 

Maar de oerhaver is vermoedelijk veel rijker. ‘Want als je veredelt en doorselecteert op productiviteit, lengte van de stengel of resistentie tegen pesticides, selecteer je dus níet op andere eigenschappen, zoals de opname van micronutriënten.’

Oer

De keuze voor oerrassen is ‘ook een keuze voor autonomie’, zegt Van Dorst. Dat heeft te maken met patenten.

Niet alleen zijn de trosjes 'losser', de stengels van oerhaver zijn ook langer dan de doorgeselecteerde versie, waardoor ze nog weleens omwaaien. Geen punt, voor Van Dorst.


Van Dorst is oprichter van duurzaam voedselleverancier Ekoto en begon twee jaar geleden ook zelf te telen. Hij verkiest experiment boven winst. Zo teelt hij allerlei ‘vergeten’ Hollandse bonenrassen. Ook heeft hij nu enkele jaren kikkererwten staan om voor te sorteren op een warmer klimaat.

'Nee' tegen patent

De keuze voor oerrassen is ‘ook een keuze voor autonomie’, zegt Van Dorst. ‘Nu zie je dat zaadbedrijven een bepaald ras veredelen, daar een patent op krijgen en wanneer dat verloopt, wordt er een nieuw ras geïntroduceerd. Zo blijven ze eraan verdienen.’ 

Boeren hebben nauwelijks een alternatief. ‘Bij de meeste zaadhandelaren kun je alleen gewassen met patenten kopen. Mijn oerhaver kan ik nergens in de handel vinden! Ik kreeg het toevallig bij een collega-boer die het zelf vermeerdert. Dat doe ik nu ook, met haver en ook met Brabantse Grijze Zandboekweit. We delen het onderling. Soms bellen we elkaar op: hey, heb jij nog iets liggen?’ 

Exoot

Van Dorst kiest niet alléén voor oude rassen. Dames en heren, de kikkererwt! 

Het telen van kikkererwten is verre van gangbaar in Nederland.


Van Dorst stelt dat ‘ons systeem faalt’. Dat inzicht kreeg hij als eerste dankzij de documentaire Dead donkeys fear no hyenas

‘De documentairemaker stond op een vliegveld in Ethiopië en zag voedsel voor westerse landen worden geëxporteerd, terwijl pakketten met noodhulp het land binnenkwamen’, zegt Van Dorst. ‘Wat bleek? Vroeger leefden de families daar van de natuur, totdat Saoedische investeerders het land opkochten. Oerwoud werd gekapt, rijstplantages aangelegd. Mensen leven nu hutjemutje op elkaar, moeten werken op plantages terwijl militairen de wacht houden. Het voelt als moderne slavernij.’

Een half jaar later kocht Van Dorst een grote juten zak rijst in een Turkse supermarkt. Juten, dus geen plastic - duurzaam! ‘Mooi, dacht ik. Eenmaal thuis zag ik de herkomst: Saoedi-Arabië. Daar zijn helemaal geen rijstplantages. Ik had waarschijnlijk slaven-rijst uit Ethiopië gekocht.’ 

Vanille

Van Dorst ging nadenken over ‘de foute constructen van deze wereld’. Wie trekt er aan de touwtjes? Hijzelf, zo bleek. ‘Met elke keuze financier ik een hele keten erachter.’ Van Dorst gelooft dat de wereld wordt geconfronteerd met een systeemcrisis op meerdere fronten. ‘We zijn chronisch ondervoed - er is wel genoeg te eten, maar niet genoeg nutriënten. Dat leidt tot welvaartsziektes. De bodem is van slechte kwaliteit. En de biodiversiteit holt achteruit, bijenpopulaties verminderen, het aantal insecten loopt terug.’

Er is een alternatief nodig, bedacht hij, ook vanuit de invalshoek van voedselzekerheid. ‘Globalisering leek niet te stuiten, maar corona leerde ons dat mondiale ketens verstoord kunnen raken. Klimaatverandering gaat dat versnellen. Je gaat straks veel vaker in de supermarkt de boodschap zien: Dit product is niet leverbaar.’ 

Cirkel

De vier varkens van Van Dorst eten restproducten - ook het afval van een verzorgingstehuis waar zijn moeder werkt. 

Ze woelen bovendien de grond om en geven mest.

Vier jaar geleden was vanille nog duurder dan zilver, zegt Van Dorst, toen er noodweer was op Madagaskar. ‘Gelukkig is dat een smaakstof, maar als je één gewas op dezelfde locatie teelt, zoals Nederland enorm veel uien, aardappelen en maïs heeft, word je als geheel kwetsbaar.‘ 

‘Klimaat is niet het enige risico. Kijk naar Oekraïne. Als er oorlog uitbreekt en handel wegvalt, ben je veel weerbaarder met lokale teelt.’ 

'Eigen legertje'

Maar produceren we met lokale teelt wel genoeg? Ja, zegt Van Dorst. ‘We hebben nu intensieve monoculturen aan de ene kant, en hippe voedselbossen aan de andere kant van het spectrum. Maar een monocultuur is een ramp voor de bodem en onze gezondheid, en een voedselbos klinkt leuk, maar is veel te arbeidsintensief in de westerse wereld. Daarmee gaan we de wereld niet voeden. Ik ben idealist, maar ook realist. Strokenteelt is een model ertussenin: je creëert biodiversiteit in de breedte en effectiviteit in de lengte.’ 

Een boer kan gewoon met de trekker tussen zijn gewassen door, vertelt Van Dorst. Net zoveel opbrengst. Ongeveer net zo veel moeite. En een beter resultaat. 

Van Dorst doet met de Universiteit van Wageningen onderzoek naar gewascombinaties. ‘Als je veel soorten producten hebt, krijg je daar natuurlijke gewasbescherming voor terug. Ik heb gigantisch veel lieveheersbeestjes in mijn duizendblad, bleek dit jaar. Dat zijn natuurlijke vijanden voor de luis. In de tuinbonen zit veel luis. Die gaan volgend jaar naast elkaar. Dan staat er een legertje klaar.’ 

Strook

Op zijn akker staan stroken citroenmelisse, munt, duizendblad, courgette, lupine, haver, sla, venkel, bonen en kikkererwten. 

Op de voorgrond: een van de oude bonenrassen, met lila kleur. 


Verder heeft Van Dorst bloemenranden, eten vier varkens zowel de restproducten van zijn akkers als de etensresten van een verzorgingstehuis waar zijn moeder werkt, en gebruikt Van Dorst geen bestrijdingsmiddelen en geen kunstmest. 

Stikstof

Zijn grootste doel? Anderen inspireren. Hij wil veehouders middenin een stikstofcrisis laten zien dat er een alternatief is. ‘Sommigen hebben de handdoek al in de ring gegooid. Weet je, iedereen werkt ook voor de waardering. Als je met zulk kortzichtig beleid wordt geconfronteerd… Ik ben veel in Denemarken geweest. Daar wisten ze tien jaar geleden al dat ze er in 2030 nieuwe staleisen kwamen, hoe breed de paden moesten zijn, inclusief precieze afmetingen! Dan kun je investeren. Hier komt ieder kabinet om de vier jaar met nieuwe ideeën.’ 

Toch ziet hij ook kansen. Het systeem van subsidie gaat op de schop, van een ‘dom’ systeem naar meer beloningen voor bijvoorbeeld het binden van koolstof in de bodem. Van Dorst hoopt op een critical mass. 

Is hij niet stiekem blij met de stikstofcrisis als katalysator naar een beter systeem? ‘Haha, wil je die quote hebben?’, zegt hij. ‘Het onderwerp ligt ontzettend gevoelig. Ik ben niet blij met het gebrek aan langetermijnsperspectief, wat je de overheid kunt verwijten, maar je kunt de sector verwijten dat we dit al heel lang wisten. Ik kwam een krantenartikel tegen uit 1988 waarin stond dat de stikstofuitstoot omlaag moest. We hebben het uitgesteld. En ons eigen graf gegraven.’ 

Toekomst

'Laten we granen, peulvruchten en groenten gaan produceren.'

Van Dorst is helemaal niet zo in paniek door de stikstofcrisis. Maar: 'Landbouwgrond moet landbouwgrond blijven.'


Maar is het niet problematisch dat veetelers straks worden uitgekocht en moeten stoppen? ‘Die moeten helemaal niet stoppen!’, reageert Van Dorst, ineens fel. ‘Landbouwgrond moet landbouwgrond blijven. Laten we granen, peulvruchten en groenten gaan produceren, en monoculturen zoals de Flevopolder - een groene woestijn - vervangen voor duurzame én grootschalige productie. Want het kan samen met strokenteelt.’ 

Als boeren overschakelen, zullen ook consumenten moeten veranderen. Van Dorst experimenteert nu met een model van community supported agriculture (CSA), waarbij burgers een boer leren kennen, vertrouwen, en de ‘community’ de boer duurzaam steunt met bijvoorbeeld een vast bedrag. Men eet wat er van het land afkomt. Zo worden gemeenschappen ‘samenvoorzienend’, zo is ook de visie van Nieuw West-Brabant. Van Dorst sprak begin deze maand voor 120 bezoekers van Nieuw West-Brabant en is een van de agrarisch ondernemers die hun enthousiasme hebben geuit over deelname aan gemeenschappelijke projecten in coöperatieve vorm. 

Wie de wereld wilt verbeteren, moet echter niet té rigide worden. ‘Lokaal is belangrijk, maar in de winter wil je niet alleen maar kolen eten. Je kunt verder kijken dan 100% lokaal. Ik ga bijvoorbeeld amandelen uit Spanje proberen halen, terwijl die nu uit Californië komen. Dat is al een stuk beter.’ 

Op de hoogte blijven? Schrijf je in op de nieuwsbrief met onderstaande widget. En kom naar onze evenementen. Vragen? Mail naar info@nieuwwestbrabant.nl. Foto's: MKFOTOGRAFIE .

Volg onze nieuwsbrief.

Mis onze evenementen niet en kom eens kennismaken.




Inspiratie bij voedselbos en bio-kwekerij Dongen:de foto's
Natuurlijk Henriëtte